Drenkelingenkerkhof

Onbekende doden

Dit kleine stukje grond was van 1873 tot 1943 de openbare begraafplaats van de gemeente Leeuwarderadeel. Het stukje land wat we nu kennen als het drenkelingenkerkhof met de kleine genummerde paaltjes kende in eerste instantie 296 plekken en behoorde vroeger tot de zogenoemde schoollanden. Dat waren weilanden, die het eigendom waren van de school in Lekkum. Dit begraafplaatsje werd alleen gebruikt voor mensen waarvan men de identiteit niet vaststellen kon. Voor zover bekend liggen er twee volwassenen en een kind begraven De laatste keer dat men hier iemand ter aarde stelde was bijna honderd jaar geleden. Het betrof toen een drenkeling, die in de Bonke verdronken was. In 1943 werd Lekkum bij de gemeente Leeuwarden ingedeeld (daarvoor Leeuwarderadeel) en daarmee werd het kerkhof overbodig. De gemeente Leeuwarden beschikte over een openbare begraafplaats. De iepen, die er tot voor de oorlog omheen groeiden, werden in de jaren 1940 tot 1945 gekapt en later opnieuw geplant. Het baarhuisje werd prooi van achterblijvend onderhoud en de jeugd gaf een laatste zetje. Bijzonder is dat de paaltjes geen doorlopende nummering hebben. 

Verhalen over het drenkelingenkerkhof

Gerrit Moed

Oud bewoner

Gerrit vertelt over het drenkelingenkerkhof en de oorlog.

Jan Hessel Kooij

Dorpsarchivaris

Jan Hessel vertelt over de historie van het drenkelingenkerkhof.

Jan Calsbeek

Verhalenverteller

Jan vertelt wie er precies op het drenkelingenkerkhof begraven liggen.

Deze begraafplaats werd in 1873 aangelegd voor mensen waarvan de identiteit niet kon worden vastgesteld. Voor zover bekend liggen er twee volwassenen en een kind begraven.

Dodenakker met mysterieuze grafnummering

Plattegrond van het Drenkelingenkerkhof rond 1900

Het drenkelingenkerkhof is in 1873 aangelegd door de gemeente Leeuwarderadeel en bood plaats aan 296 (!) graven. Omdat niemand op deze begraafplaats ter aarde wilde worden besteld, werd de dodenakker vooral gebruikt voor doden waarvan de identiteit niet kon worden vastgesteld. 

Zo zouden er rond 1900 twee volwassen drenkelingen en een verdronken baby zijn begraven. Tijdens de Eerste Wereldoorlog van 1914-1918 zijn er ook twee Belgische vluchtelingen begraven die aan de gevolgen van pest waren overleden en er zijn gegevens over begravingen in 1906 (een driejarige schippersdochter aan pokken overleden), 1924 (drenkeling)en 1933 (onder de trein geworpen). 

Toen Lekkum/Snakkerburen in 1944 bij Leeuwarden werden gevoegd werd de begraafplaats overbodig, de iepen werden gekapt , de grond werd verpacht als weilandje en het in verval geraakte lijkenhuisje is in 1950 afgebroken. Het lijkenhuisje stond recht tegenover de ingang, de jeugd speelde er ook wel, fikje stoken achter het huisje. Het hekwerk is in 1996 gerestaureerd, door Freek Smidt. Vreemd is dat de paaltjes aan de westrand van het terrein een nummer hebben van één tot en met achtentwintig, waarbij in de nummering van 17 tot en met 28 geen logische volgorde zit. De volgorde is : 18, 22, 20, 19, 21, 17, 23 en volgende tot en met 28. Een raadsel.

Om de herinneringen aan de voormalige dodenakker levend te houden en om de akker van het omringende weiland te kunnen onderscheiden, zijn er na de oorlog weer lindebomen geplant.In de tweede wereldoorlog vielen deze ten prooi door de behoefte aan stookhout.

De begraafplaats is gemeentelijk monument vanwege de cultuurhistorische en zeldzaamheidswaarde. 

Dure doden

Schoollanden

Oorlogsjaren

De woonboot van skiter Dekinga

Jan Hessel Kooij vertelt over het Drenkelingenkerkhof.